VERDRINKEN

verdrinken dat is water ademhalen, verdrinken dat is met het hele lichaam zinken, met tong en longen. Voorhoofd, lymfekanalen, de ogen open, alles drinkt zich eindelijk zat. verdrinken is behoedzaam naar beneden zinken, een dalend stofje in de zonlichtbaan gelijken en de fluwelen bodem nooit bereiken maar vlak daarboven blijven zweven; je haar wuift zachtjes op de onderstromen : daar vaart de veerboot oven van half zeven, het uur waarop je thuis had moeten komen. Verdronken zijn is na drie dagen en drie nachten weer op te stijgen dank zij nijvere rottingsgassen : zij doen hun best het lichaam door het flesgroen licht omhoog te tillen tot ten laatste het gezicht de spiegel breekt, de zon streelt meteen: 'waar ben jij deze dagen toch geweest?' Verdrinken is God in zijn huis begroeten terwijl het leven maar een moeitevol bestaan is. Verdronken zijn is binnen sten mogen kijken en weten hoe het paard gemaakt is en de maanvis is eindelijk weer durven te ontmoeten die men vernield heeft in dit leven. Verdrinken is vergeten worden en vergeven, het is een oud, zeer heimee overwinnen en het zolang gezochte einddoel vinden waar ok de afvaart was, op de oude warme kust. Verdrinken is in een aangenaam ontbinden, dag lief dood meisje, glimlach maar gerust.

J.B Charles. 
Voor het verdronken meisje.